Groeten kost niks en je wordt er blij van: ‘Je bent toch met elkaar in de stad?’
Ik ken hem als de opa van Mike. Hij kent mij niet, maar groet altijd. Een zwaai en hij fietst verder. Vandaag trapt hij steeds langzamer om naast mij te stoppen. ‘Woar geet ’t hen?’, wil hij weten. ‘Op huis op aan’, zeg ik in m’n beste Twents.
Lees verder